Het is een veelzijdig grondgewas waarmee je allerlei aardappel gerelateerde recepten kunt maken. Deze aardappelen hebben een licht korrelige structuur en zijn vol van smaak. Geschikt om te koken, bakken of om aardappelpuree van te maken.

Amsoi is net als Kai Choi een variant in de enorme Aziatische mosterdkoolfamilie Brassica Juncea. Daarom smaakt amsoi een beetje mosterdachtig, een tikje bitter, maar niet bitterder dan bijvoorbeeld andijvie. Deze van oorsprong Afrikaanse plant verspreidde zich door de eeuwen heen via Afrika naar Azië en vandaar naar Suriname. De stelen zijn stevig maar mals, de bladeren ovaal, groot en een beetje gekarteld.

De Antroewa ofte wel Afrikaanse aubergine is een plant uit de nachtschadefamilie die nauw verwant is aan de aubergine. De Antroewa is afkomstig uit Oost-Afrika en wordt daarnaast ook in de tropen van Zuid-Amerika gekweekt. De vrucht heeft een licht bittere smaak. Hij wordt veel gebruikt in de Surinaamse keuken.

Bitawiri (Bitter blad) is een Surinaamse bladgroente met een bittere smaak. De bitawiriplant groeit van nature in Suriname. Jonge blaadjes zijn lichtbitter en worden, naarmate de plant groeit, donkerder groen en bitterder. Wordt veel gebruikt in de Surinaamse keuken voor ander andere: moksi alesi, zoutvlees, kleine gedroogde ganrnalen of vis.

De Surinaamse aubergine wordt ook bhata of boulanger genoemd. Hij is langgerekt en de schil is lichter van kleur. Hij doet het goed in ovenschotels, groentestoven en pasta gerechten.

Cassave is een tropisch voedingsgewas dat in Zuid-Amerika wordt geteeld. De cassave dient voor consumptie eerst goed gewassen, geschild en gekookt te worden. Je kan het koken, bakken en zelfs meel van maken.

De Chinese tayer is een wortelknol, wit, grijs, licht bruin tot paars van kleur. De knollen worden gekookt, geroosterd, gebakken en gefrituurd.

Dagoeblad, ook wel water spianzie genoemd, is een semi-waterplant die tot 25cm hoog wordt. De plant leeft in water of vochtige grond. De bladeren en stengels worden in Suriname gewokt, gekookt en in petjil gebruikt en in andere landen rauw gegeten of in salade toegevoegd.

Kaisoi is een losse bladkool met lichtgroene bladeren. Kaisoi lijkt veel op amsoi, maar is kleiner en wat lichter van kleur. Kaisoi heeft een pittige smaak, maar is veel minder scherp dan amsoi. Bij het snijden rijkt hij naar koolraap. De groente is lekker om te koken, roerbakken of stoven.

De Klaroen heeft groene bladeren en een donkere steel. Deze bladgroente wordt meestal gestoofd en bij het middagmaal gegeten.

De fijne klaroen heeft kleine bladeren en een lichtgroene steel. Deze bladgroente wordt meestal gestoofd en bij het middagmaal gegeten.

Knoflook is een specerij met een zeer doordringende geur en smaak. De knoflook bestaat uit gesnipperde, geperste of gemalen teentjes van de bol van een plant uit de lookfamilie.

De komkommer groeit aan een klimplant met grote bladeren. De vrucht wordt geoogst als deze donkergroen is. Door z’n frisse smaak is het een populaire saladegroente, maar je kunt komkommer ook stoven en bakken.

Kool is een stevige, ronde bal met gesloten bladeren. Kool is heel smakelijk om te eten en makkelijk klaar te maken. Kool heeft een neutrale smaak, je kunt er dus eindeloos mee variëren.

Kousenband is een lange, groene peul die lijkt op een uitgerekte sperzieboon. Kousenband groeit aan een klimmende plant die gemakkelijk uitschiet tot 4 meter hoogte. Kousenband heeft best een pittige smaak.

Een makreel is een vissoort. Het is een populaire vis, aangezien de makreel een uitgesproken smaak heeft. Je hoeft er weinig aan toe te voegen. Je kan veel met een makreel doen. Je kan de vis roken, bakken of in de oven doen.

Okers hebben een slijmerig structuur. Ze kunnen gestoofd worden als groente, maar worden ook gebruikt om soep te koken.

Aanbevolen hoeveelheid:

1-2 personen 500 gram

Het pakket bestaat uit:

10 stuks oker, tayerblad, peper, soepgroente, tomaat en ui.

Wij bieden de optie om dit pakket met of zonder antroewa te bestellen.

Paksoi heeft groene langwerpige bladeren en witte stelen. De groente wordt over het algemeen heel snel gewokt, zodat de balderen zacht zijn, maar de stelen nog knapperig.